![]() |
Impara Lingue Online! |
![]() |
|
![]() |
|
| ||||
de kat van mijn vriendin
| ||||
de hond van mijn vriend
| ||||
het speelgoed van mijn kinderen
| ||||
Dat is de mantel van mijn collega.
| ||||
Dat is de auto van mijn collega.
| ||||
Dat is het werk van mijn collega’s.
| ||||
Er is een knoop van het hemd af.
| ||||
De sleutel van de garage is weg.
| ||||
De computer van de chef is stuk.
| ||||
Wie zijn de ouders van het meisje?
| ||||
Hoe kom ik bij het huis van haar ouders?
| ||||
Het huis staat aan het einde van de straat.
| ||||
Hoe heet de hoofdstad van Zwitserland?
| ||||
Wat is de titel van het boek?
| ||||
Hoe heten de kinderen van de buren?
| ||||
Wanneer hebben de kinderen vakantie?
| ||||
Wanneer heeft de dokter spreekuur?
| ||||
Wat zijn de openingstijden van het museum?
| ||||